Vijf maanden voor de gemeenteraadsverkiezingen profiteren de regeringspartijen niet van het Herfstakkoord. Mark Rutte en Diederik Samsom is er veel aan gelegen in de peilingen de weg naar boven weer te vinden. Want onder de oppervlakte rommelt het in de gelederen. De grote concurrent van beide partijen – D66 – doet het uitzonderlijk goed in de peilingen. Dat belooft weinig goeds voor PvdA en VVD in de grote steden, waar Pechtold en de zijnen al sterk vertegenwoordigd zijn.
Dat leidt onherroepelijk tot nervositeit onder invloedrijke VVD’ers en PvdA’ers. Als de gemeenteraadsverkiezingen slecht uitpakken voor de regeringspartijen, gaat dat leiden tot spanningen. Maar eerder al, over anderhalve week, zijn er voor met name de PvdA gevoelige verkiezingen in het noorden, vanouds een sociaaldemocratisch bastion. Hoe staan de partijen er voor?
VVD
Het is Mark Rutte gelukt. De VVD is de nieuwe centrum-rechtse volkspartij, met 41 zetels in de Tweede Kamer. En daar eindigt voorlopig de triomftocht. De partij van daadkracht en doorpakken moet met de hoed langs de oppositiepartijen voor een meerderheid in de Eerste Kamer. De leidende regie ligt niet bij de VVD-leider in het Torentje, maar bij gelegenheidscoalities in de Tweede Kamer.
Door de machtsverhoudingen in de Eerste Kamer kan Rutte op binnenlands beleid de doortastende leidersrol niet nemen. Hij kan zijn beschadigde imago onder VVD-kiezers daardoor lastig opvijzelen. Hij moet het hebben van zaken als de nieuwe militaire missie naar Malà en kwesties die politiek minder controversieel zijn, en dus minder interessant voor zijn kiezers. Rutte hoopt dat de economie gaat groeien en de werkloosheid afneemt – en de verliezen voor de VVD bij de herindelingsverkiezingen op 13 november meevallen.
PvdA
Sinds de vorming van de regeringscoalitie is de PvdA er dankzij een reeks deelakkoorden in geslaagd het beleid bij te stellen op voor de partij belangrijke onderdelen van het regerakkoord. Maar het heeft de PvdA allemaal niet de erkenning gebracht die het hoopte. In peilingen verkent de partij diepterecords.
En de gifbeker is nog niet leeg. Vlak voor de herindelingsverkiezingen moet de partij nog formeel instemmen met de komst van de Joint Strike Fighter. En dan speelt ook nog de schaliegas-discussie. De PvdA heeft laten weten tegen proefboringen te zijn maar laat de deur op een kier staan. Het voedt het beeld van een partij die met enig gemak overtuigingen bij het vuil zet als daardoor de macht bestendigd wordt. Het CDA is dat beeld nog steeds niet te boven.
Voor Samsom en de zijnen is het belangrijk dat de herindelingsverkiezingen in PvdA-country Friesland goed aflopen voor de partij. Samsom heeft in Leeuwarden en omstreken persoonlijk campagne gevoerd. Dat brengt een risico met zich mee: als de uitslag tegenvalt – en zeker in Leeuwarden, waar de SP niet meedoet en de PvdA dus zou moeten profiteren – dan komt dat volledig op het conto van Samsom.
D66
Alexander Pechtold heeft om verschillende redenen het tij mee. PvdA’ers stappen om sociaal-culturele redenen over omdat de PvdA instemt met VVD-maatregelen inzake bijvoorbeeld immigratie en integratie en ontwikkelingssamenwerking. VVD’ers stemmen juist op Pechtold en de zijnen om sociaal-economische redenen. De VVD mag van de PvdA niet te hard snijden in werknemersrechten en sociale voorzieningen.
Bij dit alles komt dat de coalitie een zwalkende koers vertoont, soms op het chaotische af. Pechtold stelt zich aangenaam consequent op, Hans van Mierlo en zijn ‘constructieve oppositie’-rol uit 1993/‘94 emulerend. En als VVD en PvdA door samenwerking toch een soort D66-beleid voeren, waarom zou je dan niet op D66 stemmen?
En toch. Pechtold en de zijnen weten als geen ander hoe vluchtig peilingensucces is. De partij is nog steeds ‘slechts’ een alternatief voor VVD- en PvdA-kiezers, kent een relatief kleine electorale basis en de partij moet het in de grote steden opnemen tegen de goed georganiseerde campagnemachines van de PvdA. D66 zit met 25 zetels aan het potentieplafond en de kans is groot dat de partij te vroeg piekt, zeker nu men op het speerpunt onderwijs een deal heeft gesloten met de coalitiepartijen. Het devies: keer op keer laten merken dat de coalitiepartijen afhankelijk zijn van D66 en tegelijkertijd naar hen blaffen wanneer dat kan. Blijft wel de vraag of de collega’s in de oppositie Pechtold die leidersrol blijven gunnen.
SP
Over leidersrollen gesproken. Roemer profiteert nauwelijks van de teloorgang van de PvdA en dat zou wel moeten. De PvdA, de partij met het grootste kiezerspotentieel voor de SP, zit met de ideologische erfvijand in één kabinet. Gefundenes fressen voor Roemer, zeker omdat hij een maand vóór de verkiezingen van 2012 nog op 38 zetels stond en de PvdA weerloos in de touwen hing.
In plaats daarvan moddert de SP maar voort. Hoewel aardig wat PvdA-stemmers uit 2012 vanwege sociaal-culturele onderwerpen gaan mokken bij D66, stappen slechts weinigen om sociaal-economische redenen over naar de SP. En dat terwijl de socialisten genoeg boze herrie maken over het sociaal-economisch beleid van het VVD-PvdA-kabinet. Pijnlijk: uit onderzoek blijkt dat behoorlijk wat boze PvdA-stemmers aangeven dat ze bij de volgende verkiezingen liever niet gaan stemmen dan stemmen op een andere partij als de SP. Dat kan maar één ding betekenen: deze kiezers, goed voor zeker 5 zetels, zien de SP niet als een aantrekkelijk, betrouwbaar alternatief.
Het is daarom de vraag of Roemer nog de man is die het moet doen voor de SP. Als de SP op 13 november in bijvoorbeeld Heerenveen niet flink weet te winnen van de PvdA, moet de partij zich zorgen gaan maken. Wellicht is het een idee dat de voormalige leraar Roemer wat leert van andere oppositieleiders en probeert van de SP een oppositiepartij te maken waar de coalitie niet omheen kan. Dat vereist dan wel dat je niet meteen bij moties van wantrouwen aansluit zodra die zich aandienen maar een eigen afweging maakt.
CDA
De christendemocraten zwalken nog immer door de woestijn. De bestuurderspartij probeert iets te zijn wat het niet is: een rauwe, compromisloze oppositiepartij die zich rechts van de VVD positioneert. Daarmee maakt Buma het Rutte en Pechtold gemakkelijk – zij richten zich meer op het midden – en moeten de christendemocraten zich op rechts te weer stellen tegen de PVV. Zo bezien vecht het CDA aan twee fronten tegelijk.
Deze tactische zetten kunnen niet verhullen dat het CDA er nog niet in geslaagd is het ware probleem op te lossen: de diepe verdeeldheid tussen de rechtse en sociaal-christelijke vleugels. Dit maakt het lastig een strategie te kiezen. Voor de kiezer blijkt het moeilijk het half-nieuwe CDA te omarmen; Buma blijft in de peilingen consistent schommelen rond de laatste, desastreuze verkiezingsuitslag. De strijd om de ziel van het CDA is voorlopig nog volop gaande; op de reddende machtspositie hoeft Buma voorlopig niet te rekenen, zeker niet als hij zo compromisloos gaat optreden als hij beloofd heeft te zullen doen.
PVV
Recht zo die gaat, is het devies van Geert Wilders en Martin Bosma. Zelden was een politieke partij zo gericht op de export: de islam het land uit, Europa het land uit, zorgsaneerders het land uit. Het gedoe met wéér een vertrekkend fractielid komt Wilders makkelijk te boven. De harde kern van de PVV-kiezers ziet een Louis Bontes als de zoveelste verrader. Liever kwijt dan rijk, handjes wassen en hop, focus op de export.
Toch gloort er wel een probleempje voor Wilders aan de horizon, en dat is zijn zelf gezochte samenwerking met partijen als het Vlaams Belang, het Front National, Noord-Italiaanse nationalisten en meer van zulks. De harde PVV-kern vindt het prima, maar door mensen als Filip deWinter en Marine Le Pen te omarmen loopt Wilders het risico meer gematigde kiezers van zich te vervreemden. Forse zorgbezuinigingen tegenhouden, Mohammed het land uit: graag. Maar moet Wilders zich nou afficheren met Italiaanse neo-fascisten?
Wilders neemt een grote gok. Gelukkig voor hem kunnen de gemeenteraadsverkiezingen hem nog maar weinig boeien. Hij richt zich vooral op de Europese verkiezingen van anderhalve maand later.
Christenunie en SGP
Valt dat even tegen voor de christelijke partijen: de grote Satan D66 profiteert als enige oppositiepartij van het Herfstakkoord. In het akkoord is alleen gesproken over sociaal-economische onderwerpen. Voor de christelijke partijen zijn levensbeschouwelijke zaken niet aan bod gekomen. De komende maanden zullen Arie Slob en Kees van der Staaij concessies binnen moeten halen waarmee ze bij hun kiezers voor de dag kunnen komen. Dat wordt voor de VVD en de PvdA ook belangrijk, want doen zij dit niet, dan zal het niet verbazen als Slob en Van der Staaij bij het eerstvolgende onderhandelingsmoment niet thuis geven.
Groenlinks
Bram van Ojik slaagt vooralsnog niet in zijn tweede opdracht: patiënt Groenlinks weer te laten lopen. De eerste opdracht – de rust in de fractie en de partij herstellen – lijkt hem naar buiten toe in ieder geval beter af te gaan. Maar sinds de desastreuze verkiezingsuitslag van september 2012 vertoont Groenlinks wat op de hartbewaking-afdeling een flatline wordt genoemd. En dat is eigenlijk heel raar. Want waar Groenlinks in 2012 vooral verloor aan de wederopgestane PvdA en je dus zou denken dat Groenlinks zou profiteren van een omgekeerde beweging, vindt die nauwelijks plaats.
Wellicht dat er opnieuw een koningsdrama nodig is bij de partij. Jesse Klaver maakte zich kort na de verkiezingen op voor een paleiscoup maar zette zijn ambities in de ijskast omwille van de rust. Wellicht dat hij een tegenvallend resultaat bij de gemeenteraadsverkiezingen aangrijpt om alsnog in beweging te komen. Als Liesbeth van Tongeren bereid is een handje te helpen, natuurlijk. En dat moeten we nog bezien.
Partij voor de Dieren
Heel even leek het erop dat de Partij voor de Dieren zou gaan profiteren van de teloorgang van Groenlinks. Marianne Thieme hengelde opzichtig naar boos weglopende Groenlinks-stemmers, maar Diederik Samsom maaide al het malse gras voor haar voeten weg. Sindsdien lijkt de puf van de Partij voor de Dieren er wat uit, en dat terwijl er de laatste tijd genoeg schandalen over dierenleed de kop op staken. Thieme weet de ophef over zulke gevallen niet te kanaliseren en om te buigen in steun voor haar partij.
Wellicht was het verstandiger geweest als Thieme zich niet zo vaak zo onbuigzaam had opgesteld aan de zijde van de SP en de PVV, twee partijen die niet direct op het netvlies staan van potentiële Partij voor de Dieren-stemmers.
50Plus
Inderdaad, een foto van Jan Nagel en niet van fractievoorzitter Norbert Klein. Want na de putsch van 3 november is hij Nagel ook officieel weer de de facto politiek leider. Klein is fractievoorzitter van de tweepersoons fractie in de Tweede Kamer, maar de lakens worden uitgedeeld door de seriepartijoprichter. Het chaotische vertrek van Henk Krol maakte duidelijk dat Nagel de partij niet helemaal in de hand had. Door tijdelijk het voorzitterschap van de partij op zich te nemen trekt de Kleine Napoleon de teugels weer strak naar zich toe.
Nagel heeft een neus voor gaten in de politieke markt, maar een ronduit ongelukkige hand waar het aankomt op het selecteren van de juiste mensen. Zo haalde hij enfant terrible Dick Schouw (OPA) binnen die tot nu toe vooral voor problemen zorgt. Nagel heeft met 50Plus goud in handen, zeker nu de coalitiepartijen in de maag zitten met een hervorming van het pensioenstelsel die ze niet door de Senaat krijgen. Als 50Plus het de komende maanden érgens vandaan moet gaan halen, dan in de Senaat.
Van Nagel zelf, dus. Maar voor nu is het zaak rust in de tent te krijgen. Want zoals de drama’s met de ouderenpartijen uit de jaren ’90 aantonen: kiezers haten gedoe in een partij.
Communicatiestrateeg en schrijver van het boek ‘Megafoonpolitiek‘. Op Twitter te vinden als @kajleers. Politiek bewust, voormalig financieel-economisch journalist, muziekmaker, professionele kletskous, schrijver. Geeft ook social media-trainingen, denkt graag met je mee over communicatiestrategie. En ja, content is en blijft King.