Er wordt momenteel heel veel gezegd over de PvdA, zowel binnen als buiten de partij, en de verloren verkiezingen van 22 november 2006. Ongetwijfeld zijn ook andere verliezende partijen nu bij zichzelf op zoek naar het antwoord op de vraag: “Hoe kwam het, en hoe voorkomen we het?” Reken maar dat ook binnen GroenLinks (zie de discussie over Femke Halsema), de VVD (need I say more?) en D66 de verkiezingscampagnes kapotbediscussiëerd worden. Navelstaren en het zoeken van zondebokken, het hoort allemaal bij verliezende partijen. Alleen is de zaak toevallig voor de PvdA dubbel pijnlijk omdat juist die partij de gedoodverfde winnaar van de verkiezingen was. Dames en heren, hierbij een ijzeren wet in politiek campagnevoeren-land: gedoodverfde winnaars verliezen altijd, en voor de PvdA raasde in de aanloop naar de verkiezigen een ‘Perfect Storm’.
EEN TIJD VAN LOUTERING
“Op alle niveaus is de politieke en ideologische discussie verdwenen. Het middel is doel op zichzelf geworden… Conferenties en congressen werden gemanipuleerde bijeenkomsten… Medewerkers en kandidaten komen niet langer uit het actieve afdelingskader, maar worden van buiten aangetrokken. Acties staan in dienst van de Haagse parlementaire politiek en zijn gericht op een stukje en een plaatje in de krant.”
De ver-D66-iging van de PvdA
De PvdA is aan het twijfelen geslagen, en niet zo’n beetje ook. Gedreven door de angst voor een grote concurrent op ‘links’ rommelt het in vele, vele afdelingen van de partij. En de grote vraag is steeds weer: ‘Hoe het tij te keren?’
Vele PvdA’ers sprekende valt de partij ruwweg uiteen in twee soorten PvdA’ers: zij die menen dat de kiezers vanzelf wel weer terugkeren bij de PvdA zodra de SP implodeert als voorman Jan Marijnissen afscheid neemt van de politiek, en zij die vinden dat de PvdA geen duidelijk aanwijsbare, inhoudelijke koers meer heeft, met als gevolg dat de leek eigenlijk geen idee meer heeft waar de partij nu eigenlijk voor staat. Wie zij bedient, maar vooral wat het uiteindelijke doel van de partij is.
En dat onvermogen om de PvdA binnen een fractie van een seconde te kunnen plaatsen in het hokje zou de partij dan nekken. Voor beiden valt veel te zeggen. Maar al die tijd wordt één belangrijk punt vermeden, en dat is dat de partijleiding wellicht iets te veel de pragmatische realpolitische kant opgaat en met kunst-en-vliegwerk probeert de PvdA weer op de kaart te zetten. Daarmee begint de partij angstvallig te lijken op die andere partij die aan hetzelfde euvel nu hard ten onder gaat: D66.
EU-VERDRAG? VRAAG HET EENS AAN DE INWONERS
HET IS misschien een raar idee in een democratisch instituut vol met mondige burgers die allemaal een mening hebben. Maar in de kwestie “wat te doen met het EU verdrag?” na afwijzing door de inwoners van EU-staten Frankrijk en Nederland zóu het misschien op zijn plaats zijn om diezelfde burgers zo’n concept-verdrag eens in te laten vullen. Niet langer een ‘menu a la carte’ dat door een ploeg individuele koks tot een zouteloos compromis is doorgekookt om de eigen belangen van de lidstaten af te dekken, en vervolgens gepresenteerd aan een verwonderd electoraat. Neen. Schrijf een wedstrijd uit onder alle EU-ingezetenen en laat ze vooral zélf met ideeën komen over hoe zij graag een Europees constitutioneel verdrag (want dat is het natuurlijk) zouden invullen. Dat is pas democratisch. Want de Europese Unie is van iedereen, en iedereen is van de Europese Unie. Argument voor de Eurofielen: het is het toppunt van de EU-gedachte. Voor de EU-sceptici: alle burgers betalen er toch voor? Nou dan: laten die betalers het dan ook bepalen.
CDA: “HET IS ÓNS KABINET”
PIETER VAN Geel, fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer, laat zich in al zijn eigenwijsheid (hoezo, ‘mediatraining?’) nog wel eens iets ontvallen en afgelopen woensdagavond was het bij ‘Pauw & Witteman’ wederom raak. Antwoordend op een vraag over de nieuwe CDA-PvdA-CU-regering, zei Van Geel ferm: “Het is óns kabinet.” Hij realiseerde zich zijn ‘slip of the tongue’ snel en probeerde de uitspraak direct te nuanceren, maar in één keer lag de harde waarheid op tafel: het CDA beschouwt dit kabinet inderdaad als hun kabinet. Dit even voor wie de zware groenwitte walm van het CDA opstijgend uit het regeerakkoord ontgaan was. Maar wat betekent dit nu voor de verhoudingen?
HET AFGELOPEN WEEKEINDE lekte het één en ander uit over het nieuwe concept-regeerakkoord gesloten tussen CDA-PvdA-ChristenUnie. En wat opvalt is het gebrek aan opvallende zaken. Ja, bepaalde beleidszaken van de voorgaande regeringen-Balkenende worden verzacht of op onderdelen teruggedraaid, maar werkelijk heikele onderwerpen uit de campagne blijven ronduit ongeschonden. Daarmee lijkt het CDA de Grote Winnaar van de onderhandelingen en zal de PvdA de komende weken diep door het stof moeten tegenover niet alleen de eigen leden, maar vooral ook de linkse oppositie in de Tweede Kamer om het één en ander uit te leggen. En dat vlak vóór de Provinciale Verkiezingen. Het CDA maakt kortom opnieuw slachtoffers, en eens te meer lijken de regeringspartners maar al te gewillige offers. De PvdA-bashers onder u mogen zich in de handen gaan wrijven.
VOOR HET eerst in jaren zitten er politieke partijen aan de onderhandelingstafel die niet direct geliëerd zijn aan een liberaal-pragmatische stroming. In plaats daarvan praten nu een sociaal-democratische, een sociaal-christelijke en een pragmatisch-christelijke partij met elkaar over de vorming van een kabinet. En hoewel natuurlijk vrijwel niemand behalve de onderhandelende ‘incrowd’ weet welke richting de onderhandelingen uit gaan, is het wel voor het eerst in tijden dat er een regering kan ontstaan die bestaat uit partijen die de Nederlandse samenleving naar eigen idee willen inrichten.
Een uitstekende biografie over Napoleon Bonaparte lezende, kwam ik vanzelf bij de hoofdstukken aangaande ’s mans inval in Egypte in 1798. En ik las vooral opmerkelijke overeenkomsten met de huidige problemen die de Westerse (lees: Amerikaanse) troepen al sinds 2003 ondervinden in Irak: een land op de rand van burgeroorlog door stammentwisten en pure machtsspelletjes door religieuze leiders, met op de achtergrond enkele lokale grootmachten die allemaal hun graantje mee willen pikken.
OP HET eerste gezicht lijkt een coalitie tussen CDA, PvdA en ChristenUnie een vreemde eend in de bijt. Want wat moeten twee aartsrivalen, die tot voor kort in dezelfde electorale vijver visten, in een regering met een (in feite) zeer orthodoxe christelijke partij? Wellicht kunnen ervaringen uit Duitsland, waar aartsrivalen CDU/CSU en SPD ook een regering vormen en waar de SPD een handig spel speelt, leerzame stof zijn voor de PvdA.
DUS HET was niet Wouter Bos, en ook niet die vermaledijde linkse meerderheid in de Tweede Kamer waar nu het hele Verdonk-volk over valt. Het was niet Jan Marijnissen, Femke Halsema, André Rouvoet of Alexander Pechtold die de bijl hanteerde die nu tot een definitieve scheuring tussen CDA en VVD heeft geleid. Welnee. Het was Jan Peter Balkenende (zie vierde alinea) die de VVD eerst keihard voor het blok zette, en de VVD-bewinds- lieden daarna om de oren sloeg met het ‘landsbelang’, waardoor de VVD nu aanblijft en daarmee dubbel gepakt wordt.