Ik ben gemoond! Voor het eerst in mijn leven. En dan ook nog door…een vrouw! En best nog een lekker ding, al val ik niet op blond. Maar goed, van onderen was ze dat niet, bleek duidelijk, dus ach – er zat ook een brunette in.
Hoe, waar en waarom? Het eerste is nog het simpelst. Ze trok gewoon haar zwarte maillot omlaag, en boog voorover. Een slipje had ze kennelijk niet aan. Waar? Van Woustraat, Amsterdam. Waarom? Omdat ze stomdronken was, zoveel leek me wel duidelijk.
Ik stond rond middernacht in een avondwinkel twee Westmalle Tripel af te rekenen, toen zij binnenkwam met een vriendin. Ze wilden iets te eten maar de avondwinkel vonden ze niets, zeiden ze. Ze zouden naar de snackbar aan de overkant van de straat gaan.
Ik keek haar aan. Zij keek lacherig, maar toch ook brutaal terug, en ze vertrok met haar vriendin. Helemaal soepeltjes ging het niet, met z’n tweetjes op dezelfde tijd door één deurkozijn lopen, maar ze redden het zonder te vallen.
Ik had net een briefje van €20 gegeven aan de verkoopmedewerker, die wat moeite had met wisselen. Dus keek ik enigzins verstrooid naar buiten en zag door het grote raam de twee dronken meiden weer. Zij draaide haar hoofd om en keek mij met zulk een brutale blik aan dat ik eigenlijk onder de indruk was. Even flitste door mijn hoofd dat ze boos op mij was, om wat voor gestoorde reden dan ook. Ze was dronken, dus misschien was dat ook zo. Soms, in een dronken bui, kun je je van alles voorstellen.
Ze verdwenen uit het zicht en ik hield mijn hand op voor het wisselgeld. En toen gebeurde het.
Ik zag uit mijn ooghoek buiten iets bewegen en keek weer door het raam naar buiten. En daar stond ze! Nog steeds met die boze blik, maar toen ze zag dat ik keek, gleed er een uitdagende grijns over haar lippen.
En pardoes draaide ze zich om, bukte voorover en trok haar maillot naar beneden. Zo bleef ze een seconde of drie voorover gebogen staan.
Ik had uitzicht op werkelijk alles en wat ik zag, zag er goed uit. Goed, het enorme pak shag dat haar vulva bedekte bedierf het uitzicht een tikje, maar niettemin.
Ergens hoorde ik iemand schaterlachen. Waarschijnlijk haar vriendin.
En toen trok ze haar maillot weer omhoog, rechtte haar rug en draaide haar gezicht naar me toe. Nog steeds die brutale ogen, en nog steeds die grijns. Ik vroeg me af of ze die hele tijd dezelfde grijns op haar gezicht had gehad. Dat moet haast wel.
Resoluut draaide ze haar hoofd weer om en begon te lopen. Ze verdween uit het zicht. Alsof er niets gebeurd was.
“Zag je dat?”, vroeg ik aan de verkoper. Een ongeïnteresseerd “hmmm?” was het antwoord. Dus ik legde uit wat ik net aanschouwd had. De verkoper lachte even, trok zijn schouders op en richtte zijn handen ten hemel. Hij had iets Italiaans over zich; praten met je handen. “Zij lek mai tronken”, zei hij.
Ik knikte met een glimlach op mijn gezicht, nam het zakje met de twee Westmalle Tripel in ontvangst en zei “dank je” tegen de verkoper – waarop ik mij realiseerde dat ik die dronken griet eigenlijk ook zou moeten bedanken voor haar stunt. Het gebeurt immers niet iedere dag dat een best lekkere blonde stoot heur hele hebben en houwen aan je laat zien.
Ik bedacht mij dat de dames het hadden over eeen snackbar aan de overkant van de straat zouden gaan. Dat kon er maar één zijn. Dus hup, ik pakte mijn fiets en stak de Van Woustraat over. En ja, daar zaten ze, in snackbar ‘Florida’.
De vriendin – zwart jasje, half lang donkerblond haar, kort spijkerrokje, zwarte panty, zwarte laarsjes – stond iets te bestellen. Het moonmeisje – blond haar, grote wagenwieloorbellen, helderblauwe ogen, paars hemd, zwarte maillot en van die lelijke afgetrapte laarsjes – zat verveeld naar een samenvatting van een voetbalwedstrijd te staren die op de televisie aan de muur werd uitgezonden.
Ik liep naar binnen. Ze draaide haar gezicht naar me toe en toen ze mij herkende, kwam direct de brutale blik terug. Haar gezicht vertrok ze tot een olijke grimas.
Ik stak mijn duim omhoog maar voor ik iets kon zeggen, kirde ze: “Dat was mooi, he!?” “Ja”, zei ik, “dat zag er best leuk uit. Maar je moet ’t wel even wat bijwerken, hoor!”, zei ik met een grijns en ongetwijfeld brutale blik.
Vlak voor ik mij omdraaide om weg te lopen, zag ik hoe de brutale blik plaats had gemaakt voor één van verbrouwereerdheid.
Ja, kom zeg. Dan ben je zo’n blonde stoot die om twaalf uur ’s nachts nietsvermoedende gasten moont, en dan werk je die krullenbos niet eens even bij. Tsss 🙂
Communicatiestrateeg en schrijver van het boek ‘Megafoonpolitiek‘. Op Twitter te vinden als @kajleers. Politiek bewust, voormalig financieel-economisch journalist, muziekmaker, professionele kletskous, schrijver. Geeft ook social media-trainingen, denkt graag met je mee over communicatiestrategie. En ja, content is en blijft King.
Één reactie op “Moonchild”
Schandalig inderdaad, dat ze d’r flamous niet even knipt en scheert voor ze het woest aantrekkelijke vlees aan een heerschap showt.