Categorieën
Reisverhalen Voorpagina

Mendoza II

Dag drie in Mendoza. Wat rondgereden, op zoek naar een leuke picnick-plek in de wijngaarden.

En dat viel niet mee! Ik denk dat je zelfs in het kleine Nederland meer kans maakt op het vinden van een mooi plekje stille natuur dan hier, in het uitgestrekte Argentinië.

Want ook hier is alles van iedereen, en ieder stukje grond is van iemand. Marie houdt enorm van picnicken, het liefst in de schaduw van een grote boom, op mooi groen gras, en bij een beekje. In Frankrijk deed ze het vroeger heel vaak met haar familie; lekker tussen de wijngaarden in de Elzas.

Dat kan hier dus niet.

Ieder stukje wijngaard-grond is afgeschermd en er zijn overal hekjes. En als er geen hekken zijn, lopen er wel honden, zijn er camera´s, of zijn er mensen die fronsend opkijken als je auto langzaam hun land opploegt. Frustrerend!

Ik denk dat het komt doordat grond hier álles is, in ieder geval voor Argentijnen die buiten de steden wonen. Argentinië is een agrarisch exportland dat sojabonen, mais, graan, vlees en andere landproducten verkoopt aan bedrijven in Brazilië, China, de VS en Europa. Er is wel een verwerkende assemblage- en verwerkingsindustrie, maar die valt in het niet bij de agrarische sector. Wie land heeft, verbouwt wat.

Daarnaast is er een historische component. Voor de kolonisten van vroeger was een stuk land alles wat ze hadden. Veel land behoort al jaren tot dezelfde families.

Ook is er armoede. Sinds de economische crisis van 2001, toen de toenmalige president het land expres falliet liet gaan om onder de onbetaalbare buitenlandse schulden af te komen, leeft zo´n 25 tot 30 procent hier onder de armoedegrens. Dat zorgt voor toenemende criminaliteit.

Dat resulteert weer in paranoia onder de hogere middenklasse, die overal barrios privado – letterlijk privéwijken – laten bouwen. Nieuwe huizen verrijzen achter hoge hekken met prikkeldraad en (soms) gewapende wachters. Dat voert vermoedelijk weer terug op de koloniale survivormentaliteit, die ook in de Verenigde Staten bestaat. Je moet het hier voor jezelf zien te rooien, er is zo goed als geen sociaal vangnet.

En dus zijn er bedelaars, en dus zijn er dieven en boeven die spullen en goederen van je land roven, en dus zijn de eigenaren van de wijngaarden beducht op onaangekondigd bezoek. Zoals van twee Hollandse toeristen in een huurauto die niet weten waar je een leuke picnickplek kunt vinden.

Over criminaliteit gesproken: in Mendoza kwamen wij ´s avonds laat een toerist tegen, een Nederlander uit Doetinchem, die na wat koetjes en kalfjes opeens zei dat hij beroofd was bij het grote busstation. ¨Alles, alles is weg!¨, zei hij. Zelfs zijn riem en zijn horloge had men afgenomen, hij zou al twee uur doelloos rondgelopen hebben in Mendoza, niet wetend wat hij met zichzelf aanmoest.

Hij moest contact opnemen met de Nederlandse ambassade in Buenos Aires. Gebeld had hij al, maar hij kreeg een antwoordapparaat, zei hij. De Argentijnse politie kon weinig meer doen dan hem een bed in een cel aanbieden voor de nacht.

Dat zóu ook iets te maken kunnen hebben gehad met de enorme kegel die uit zijn strot kwam. Marie verklaarde dat later door te zeggen dat de man misschien een borrel nodig had na zijn vervelende ervaring, maar het spoort niet met zijn verklaring dat ook al zijn geld was afgenomen. Hoe dan ook, we gaven hem 40 pesos (omgerekend bijna €9) om wat verder te komen. Misschien dat hij lachend verder is gaan zuipen in de kroeg met zijn maten, misschien ook niet en hebben we echt iemand kunnen helpen.

Dát mensen beroofd worden hier, is in ieder geval een feit. De busterminal en (opvallend genoeg) ook internetcafés schijnen volgens de lokale pers echte hot spots voor roofovervallen te zijn. Gelukkig komen we op beide plekken niet; reizen doen we met het vliegtuig en internetten doen we in het hotel.

Maar criminaliteit is doorgaans een symptoom van armoede en die armoede zien we op andere manieren ook terug.

Zo heb ik hier nog nooit zóveel doorgeroeste Renaults op de weg gezien. Renault 4 en 12, maar ook oude Peugeots, zoals de 504, en stokoude Fiats. Marie is helemaal weg van de Fiat 600´s, die hier massaal rondrijden. In Nederland is er vast een Fiat 600-club die ze verzamelt voor veel geld, hier is het een auto waar je alleen in rijdt als je geen ´echte´ auto kunt kopen omdat je arm bent.

Veel van die oude auto´s worden hier letterlijk met touw, gaffertape en spijkers en schroeven bij elkaar gehouden. Ik heb auto´s gezien die te koop stonden terwijl de hele voorkant in puin lag. (Vooral door roest, in het geval van de Franse en Italiaanse auto´s.) En ze worden verkocht!

Voorts wordt er hier ook veel gefietst. ¨Gezonde lui!¨, denk je eerst, maar al snel besef je dat níemand in de brandende zon met 40 graden Celsius 20 kilometer omhoog wil fietsen naar 3500 meter. Dat doe je alleen als je je geen auto kunt veroorloven.

En de trein dan?¨, hoor ik je denken. Daar heb ik het nog niet over gehad en dat komt doordat die hier vrijwel nergens meer rijdt. Dat komt weer doordat het nationale treinbedrijf in 1993 failliet ging, nadat de toenmalige presidentiële boef Carlos Menem alle goedrenderende onderdelen uit het staatsbedrijf haalde en onderbracht bij een ander bedrijf – dat hij weer voor veel geld verpatste – terwijl de slechtrenderende onderdelen achterbleven.

Vervolgens privatiseerde hij dat gedeelte, en binnen een jaar was het failliet. Het resultaat: in het hele land zie je langs de wegen roestende treinrails en lege tunnels. De trein, hét vervoer voor de armen bij uitstek, viel dus weg en zeker op het platteland heeft dat een enorme impact gehad. Nu zie je veel pick-ups rondrijden met achterin dagloners, mensen die vroeger waarschijnlijk voor weinig geld de trein konden pakken.

Dan nog wat eigenaardigheden over de Argentijnen.

1. Ze kunnen niet rijden. Of juist wel, het is maar hoe je het bekijkt. Alles in de steden is éénrichtingverkeer. En als dat al iets is om knettergek van te worden, zijn er ook nog eens de Argentijnen, die de verkeersregels te pas en te onpas toepassen, zolang het hen uitkomt. Dat betekent dat je op kruispunt 1 keurig voorrang krijgt als je van rechts komt, maar je op kruispunt 2 opeens keihard op de rem moet omdat een Argentijn voorbij stuift. Na vijf kruispunten weet je echt niet meer waar je aan toe bent, en dus doe je maar mee.

2. Ga je boodschappen doen? Neem een boek, krant of je draagbare videospeler mee! We zijn er tot nu toe twee keer ingetrapt om een supermarkt binnen te gaan, en beide keren stonden we langer in de rij bij de kassa´s dan we rond hadden gelopen. Alles…gaat…daar…langzáám. De kassadames en -heren nemen overal de tijd voor, ieder product wordt tergend langzaam langs de scanner gehaald terwijl er wat gepraat wordt met de klant, en dan wordt bijna ieder product ook nog eens apart door de kassadame of -heer in een plastic zakje gedaan. We hebben vandaag 25 minuten in de rij gestaan, die slechts zeven mensen telde. Echt waar.

Doen we dus nóóit meer. De Argentijnen zelf zijn het inmiddels gewend, die lezen inderdaad een krant tijdens het wachten, gamen wat op hun PSP Portable of knopen een gesprek aan. Okay, er is wel íets leuks te melden: je kunt je boodschappen thuis laten bezorgen. Je gaat de super in, stopt alles in je boodschappenkarretje en bij de kassa wordt het in kratten en vriesdozen gestopt, waarna het bij je thuis wordt afgeleverd.

3. Ieder klein gehucht, ook al bestaat het uit 3 huizen, heeft een eigen politiepost aan de snelweg. Word je door een politieman aangehouden, wat om de haverklap gebeurt omdat die gasten gewoon niks anders te doen hebben, stop dan, open je raampje, glimlach dom en zeg ´Uhhh, hable ingles…?´ Doe je dat niet en lul je lekker in het Spaans terug, dan is de kans groot dat meneer een probleem verzint waarvoor hij een ´contribución´ wil. Een ´contributie´, ja, ofwel: een bosje steekpenningen. Hebben wij ook meegemaakt, maar wij begrepen de man écht niet en uiteindelijk, na een paar keer ´no comprende!´ van mij, wuifde hij ons chagrijnig door. Marie zweert dat ze hem enkele keren het woord ´contribución´ hoorde zeggen. Wees dus gewoon de domme toerist die bromsnor niet verstaat.

4. Frisdrank. Frisdrank, frisdrank, en nog eens frisdrank: Argentijnen lijken niets anders te drinken. Ik heb gezinnen gezien die achter elkaar 20(!) 2-literflessen cola, 7-Up, sinaasappelprik, tonic en wat niet al op de band zetten in supermarkten. Argentijnen zijn er helemaal verslaafd aan. Ook in restaurants bestellen stelletjes en gezinnen rustig één of twee 2-literflessen cola of iets dergelijks, en alles gaat op.

5. ´Parrilla´ is hét toverwoord in Argentinië, en het betekent zoveel als ´barbeque´. Ook hier zijn Argentijnen helemaal gek op. Hele kilo´s vlees op een grill leggen is hier het nationale tijdverdrijf. Gaat een Argentijn ergens picnicken? Dan moet er een plek zijn om de barbequën, anders heb je een héle boze Argentijn voor je. Voor een gemiddeld gezin — man en vrouw met 2 kinderen — gaan minstens zes worsten, diverse plakken bloedworst, vier steaks (er zijn immers 4 mensen) of ´bife de chorizo´, en soms nog wat organen op de grill. En het gaat allemaal op.

Ook kun je in ieder restaurant een parrilla bestellen: een klein, sissend barbequetje dat op tafel komt te staan. Met een berg vlees. Sommige Argentijnen eten alleen dat, het vlees, met een fles cola, zonder groente of salade of iets anders erbij. Het verklaart misschien waarom ik het aantal slanke Argentijnen dat ik gezien heb op twee handen kan tellen, en dat na drie weken.

Zomaar wat Argentijnse eigenaardigheidjes. Verder zijn ze over het algemeen erg aardig en behulpzaam, en alles gebeurt met een glimach.

En die picnick? Een leuk plekje vinden in of nabij een wijngaard is dus niet gelukt. Ironisch genoeg bleek het stadspark, vergelijkbaar met het Amsterdamse Bos, een fantastisch alternatief. We hebben lekker in het gras gelegen en naar de blauwe lucht gekeken met een zelfgemaakte salade, kaas, tortilla en water. Héél veel water, want dat heb je hier wel nodig. Oh, en géén parrilla.

Één reactie op “Mendoza II”

Ha die Kaj,

Over de voorrangsregels in Argentinie heb ik dit op wikipedia gevonden:

Within cities surrounding Buenos Aires it is proper to honk at an impending intersection and the one who honks first has right of way. Right of way is determined somewhat haphazardly by a combination of vehicle size and who arrives first. Make sure you are thoroughly confident in your driving skills before attempting to drive in Argentina.

😀

Groet, Maarten

Reacties zijn gesloten.