Aan de vooravond van verkiezingen voor de Tweede Kamer gebeurde er iets unieks. Vijf partijen die met elkaar concurreren besloten een vredesovereenkomst te tekenen. De vijf worden door ondertekening van de uitonderhandelde set afspraken gedwongen dat setje te verdedigen naar de andere partijen toe, die hun paraaf niet zetten (of niet mochten zetten) onder de afspraken. Een nieuwe gedoogcoalitie is een feit. En dat maakt het voor de deelnemende partijen niet makkelijker.
Verkiezingscampagnes zijn voortzettingen van de politiek met andere middelen. Partijen zijn er dan op gebrand elkaar de loef af te steken en aan te vallen. Meestal gaat dit op basis van de ideologische verschillen en daaruit voorvloeiende ideeën. Zo wordt het contrast gemaakt, dat de kiezer reden moet geven om te kiezen tussen partijen.
Daarom was wat er op donderdag 26 april gebeurde in de Tweede Kamer niet alleen inhoudelijk, maar vooral politiek-strategisch historisch. Drie partijen, die tot die dag het zittende demissionaire, rechtse minderheidskabinet fel hadden bestreden en stevig het contrast hadden gezocht, besloten de Rubicon over te steken en met de partijen in dat kabinet samen te gaan werken. Daarmee spoelden de voorheen oppositionele partijen de kans op de noodzakelijke contrasten door de WC.
De Christenunie concurreert met het CDA (maar is daarin nog niet erg succesvol). Groenlinks concurreert in toenemende mate met D66. D66 op zijn beurt concurreert weer met de VVD, en de VVD tenslotte concurreert met het CDA. De partijen hebben dus alle reden om contrast te maken. Maar dat hebben ze voor zichzelf nu enorm moeilijk gemaakt.
Diederik Samsom van de PvdA en Emile Roemer van de SP zagen in het Kamerdebat handenwringend al helemaal voor zich hoe ze de strijd aan zullen gaan met nieuwe gedoogcoalitie. Want zo mag de samenwerking, lollig de ‘Kunduz-coalitie’ gedoopt, nu wel genoemd worden.
D66, Christenunie en Groenlinks hebben hun handtekening gezet onder een akkoord waar veel afspraken uit het verafschuwde Catshuis-akkoord in staan. Die verafschuwing is geen oordeel van de schrijver dezes, maar een samenvatting van de geschrokken reacties van de politiek leiders van D66, Groenlinks en de Christenunie toen zij de voorstellen onder ogen kregen. Maar toen was er nog geen sprake van een samenwerking met twee van de drie opstellers van dat Catshuis-akkoord, de VVD en het CDA.
Geholpen
De bewindslieden en Kamerleden van VVD en CDA hadden sinds het klappen van het gedoogde kabinet met de PVV zichtbaar te lijden. Mark Rutte lachte niet meer, Maxime Verhagen was bloedchagrijnig, de leden van hun fracties waren weer minder blaaskakerig, ingetogen zelfs. Rutte omdat hij zeker wist dat hij na de komende verkiezingen overgeleverd zou zijn aan samenwerking met linkse partijen, en het CDA staarde simpelweg in de afgrond. Hoe anders was het humeur van de bewindslieden op de avond van de 26e.
Luttele uren na het ondertekenen van het akkoord stonden Rutte en Jan Kees de Jager weer blakend van zelfvertrouwen in Vak K. Stef Blok jij-bakte er weer op los en Sybrand van Haersma-Buma permitteerde zich grapjes en jij-bakken in de richting van de partijen die het akkoord niet ondertekend hadden. Lag vooral het CDA een ware lijdensweg te wachten tot de volgende verkiezingen, nu de partij de verantwoordelijkheid voor allerlei vervelende zaken in dat akkoord uit kan smeren over anderen is het weer business as usual bij de christendemocraten.
Opzet gelukt, moeten de heren gedacht hebben. Chapeau.
Want met één pennenstreek zetten VVD en CDA drie lastige oppositiepartijen buiten spel. D66 pocht dat het een groot gedeelte van het eigen verkiezingsprogramma gerealiseerd ziet in het akkoord. Dat werd herhaald en herhaald. Dat maakt het voor D66 straks knap lastig hun coalitiegenoten aan te vallen. Hetzelfde geldt voor de Christenunie. Dit alles geldt omgekeerd ook voor VVD en CDA.
Groenlinks intussen heeft inderdaad concurrentie te duchten van D66, maar vooral van de PvdA. Daarom was Sap er zo op gebrand om de sociaaldemocraten toch bij het akkoord te betrekken. In de Kamer bevinden zich nu twee oppositiepartijen op de flanken, waarvan één – de SP – een linkse is. Maar iets ter rechterzijde van de SP en links van Groenlinks bevindt zich de PvdA, die als enige centrum-linkse middenpartij niet meedoet aan de Kunduz-coalitie. En de PvdA is ook nog eens de tweede partij qua zetelaantallen.
Diederik Samsom heeft de handen vrij. Hij kan contrast maken met de SP en nu ook met Groenlinks en D66, twee partijen waar PvdA-kiezers naartoe overgelopen zijn. Samsom’s PvdA is het enige alternatief voor kiezers die straks een andere keuze willen dan één van de Kunduz-partijen, maar die niet op de PVV of de SP willen stemmen. En steeds weer zullen de Kunduz-partijen, wanneer zij in de aanval willen, gebonden zijn aan de verdediging van de keuzes in het akkoord.
Ja, het wordt een heel bizarre campagne.
Communicatiestrateeg en schrijver van het boek ‘Megafoonpolitiek‘. Op Twitter te vinden als @kajleers. Politiek bewust, voormalig financieel-economisch journalist, muziekmaker, professionele kletskous, schrijver. Geeft ook social media-trainingen, denkt graag met je mee over communicatiestrategie. En ja, content is en blijft King.