Categorieën
Analyses Politieke Communicatie Voorpagina

Een beter narratief dan dat van een Orbán

De Hongaarse premier Viktor Orbán gebruikt in zijn uitgangspunten voor een zeer rechts-conservatief beleid enkele klassieke trucs die vaker worden toegepast door demagogen. Partijen die het willen opnemen tegen zijn campagne lopen het risico in zijn valkuil te trappen. Zij doen er beter aan om die te negeren en een eigen verhaal te vertellen gestoeld op optimisme en hoop. 

Viktor Orbán, de de facto alleenheerser van Hongarije, past in zijn recent gepresenteerde platform enkele, door demagogen vaak gebruikte trucs toe. In het kort komt het erop neer dat hij zichzelf opstelt als hoeder en beschermheer van het Hongaarse volk door direct bestaande angsten aan te spreken en aan te wakkeren. Dat volk wordt in zijn visie bedreigd door buitenlandse invloeden die de Hongaarse samenleving wil ondergraven.

De Hongaarse samenleving is in zijn visie gestoeld op relaties van man en vrouw, is gebaseerd op christelijke waarden – een klassieke dog whistle die impliceert dat de barbaarse hordes niet voor de poorten van Wenen, maar die van Budapest staan – die impliciet homoseksualiteit en alle andere West-Europese, liberale levenswijzen afwijzen. Hongarije behoudt onder Orbán de nationale soevereiniteit – boodschap: als u voor een ander kiest, wordt die bedreigd – en verdedigt de nationale grenzen tegen (alweer) de barbaarse hordes. En onder Orbán zal Hongarije nooit instemmen met dictaten van andere landen, wat in de Hongaarse context verwijst naar de donkere tijd van de overheersing toen de Sovjet-Unie het beleid dicteerde – waarmee hij direct beelden in het geheugen van de al wat oudere Hongaren aanspreekt.

Viktor Orbán zal u, het volk, tegen al dit kwaad beschermen; het is hij of de hel. Daarmee schetst hij een helder zwart-wit narratief waarmee hij tegelijkertijd iedere tegenstander die afwijkt van zijn platform probeert te definiëren. Want wie dat doet, is tegen Hongarije en dús tegen het volk. Orbán ís immers Hongarije, zo wil hij de Hongaren doen geloven.

Deel van het naar het Engels vertaalde programma van Victor Orbán voor de Europese verkiezingen van maart 2019

Handelaren in angst
Maar Orbán en demagogen zoals hij begrijpen niet dat dit verhaal, dit narratief in wezen heel defensief is. Orbán schetst een Hongarije zoals het nu is en zoals het moet blijven. Dat is veilig. Hij appelleert zo aan de heel menselijke, gevoelsgedreven neiging om bedreigingen te willen verslaan en letterlijk buiten de landsgrenzen te houden.

De vaak geziene eerste reactie van meer pluriform ingestelde tegenstanders is de uitgangspunten van Orbán te nemen en daarop te reageren. Dat is de grootste fout die men kan maken.

Ten eerste omdat Orbán je dan heeft waar hij jou hebben wil: in de verdediging en reagerend op zijn ideeën. Zo word je gedwongen in zijn verhaal mee te gaan. Of, in andere woorden, onder zijn voorwaarden als uit-voetbalteam in zijn stadion te spelen waar de overgrote meerderheid van de fans toch al op zijn hand is. Je tegenwerpingen worden in de publieke debatten dan steeds gespiegeld aan Orbán’s platform en zo worden zijn uitgangspunten keer op keer herhaald.

De tweede fout is dat je als tegenstander ook op de lange termijn reactief gaat denken. En voor je het weet, ben je onderdeel van die homogene barbaarse horde die voor de poorten staat.

Maar de derde en grootste fout is dat je niet alleen gaat reageren op zijn verhaal, maar dat je met alleen feitelijke argumenten gaat proberen terug te slaan. Dat staat haaks op de gevoelsgedreven communicatie die Orbán bedrijft. Met een puur rationeel tegenverhaal komen is dan alsof je Swahili spreekt tegen iemand die alleen Mandarijn verstaat.

De wereld zoals die kan zijn
Orbán en demagogen als hij doen weinig anders dan appelleren aan bestaande associaties, aan beelden, aan diepgewortelde, menselijke dreigingen en neigingen. En dat blijkt heel effectief, gezien Orbán’s bijna-alleenheerschappij in de Hongaarse politiek.

“Voor je het weet, ben je onderdeel van die homogene barbaarse horde die voor de poorten staat”

Maar gelukkig is er hoop. Want in de menselijke hersenpan leven nog weel meer emoties dan alleen angsten voor het onbekende en dreigingen.

Pluriforme democraten doen er goed aan zich te beseffen dat een kiezersgroep nooit homogeen is. De kiezersschare van een Orbán bestaat niet uit miljoenen klonen die exact hetzelfde denken over alles. Zij zijn individuen en zoals het individuen betaamt, hebben zij hun eigen, individuele angsten – en dromen.

Wek de dromers
De uitdaging aan voorstanders van een open, pluriforme maatschappij moeten appelleren aan die andere set associaties van mensen: de onwrikbare neiging tot hoop en optimisme. Aan geliefd zijn, bewonderd worden, aardig.

Ja, een – vooralsnog flink – deel van Orbán’s achterban zal vermoedelijk tot aan zijn laatste snik achter hem blijven staan. Je hoeft dan ook niet te proberen al zijn kiezers aan jouw zijde te krijgen – dat lukt je toch niet, en daar moet je je bij neerleggen. De truc is delen van die groep te verleiden met optimistische vergezichten over niet wat Hongarije nu is of zoals het gisteren was, maar zoals het kán zijn in de toekomst.

“In de menselijke hersenpan leven nog weel meer emoties dan alleen angsten voor het onbekende en dreigingen”

Een schoolvoorbeeld van zo’n campagne is die van Barack Obama, zoals hij die in 2007 en 2008 voerde. Daar zat meer in dan je misschien denkt, ook nu, nu Donald Trump aan de macht is.

De kern van Obama’s eerste presidentiële campagne was die van Hoop en Optimisme. Hij appelleerde bij uitstek aan de dromen over morgen, over hoe de Verenigde Staten zouden kunnen zijn: als een vooruitstrevend, welvarend lid van de broederschap der volkeren. Als een land dat door samenwerking sterker werd.

Dat betekent niet dat je de door Orbán en co geadresseerde problemen moet negeren, maar dat je die tegemoet treedt met je eigen visie, met je eigen oplossingen geworteld in het optimisme over morgen, over het gezamenlijk met Duitsers, Polen, Tsjechen en Italianen tegemoet treden van dreigingen en angsten.

Het zal niet van de ene op de andere dag gebeuren, maar een langdurige campagne gebaseerd op een gezamenlijk opkomen voor een land dat door samenwerking hoop biedt voor je (klein-)kinderen is een optimistischer narratief dan dat van de man van gisteren.

En nou goed, vooruit: in de puur Hongaarse context hameren op de totale corruptie van Orbán’s kleptocratie helpt ook. Het is niet voor niets dat Orbán probeert de Hongaarse media te controleren; die definitieve ontmaskering is van al zijn angsten zijn grootste.