Categorieën
Voorpagina

Bewezen: #fakenews werkt.

De discussie over het effect van nepnieuws en leugens op de politieke voorkeur van kiezers is beslecht. Want ja: nepnieuws en leugens beïnvloeden inderdaad die keuze, zo bewijst nieuw empirisch onderzoek eindelijk. Dat kan niet zonder gevolgen blijven.

“Maar is dat ook zo?” Die vraag lag tot nu toe bestorven op de lippen van politicologen en communicatiewetenschappers overal, als iemand weer eens beweerde dat nepnieuws en leugens een verkiezingsuitslag hadden beïnvloed.

Heeft grootscheepse en doelbewuste verspreiding van nepnieuws en leugens via social media effect? Het definitieve antwoord op die vraag vinden groeide uit tot een soort zoektocht naar de epische Heilige Graal.

Het antwoord: ja dus. Voor een groep Duitse kiezers tijdens de landelijke verkiezingscampagne van 2017 staat vast dat nepnieuws en leugens van invloed zijn geweest op hun keuze. Mensen die normaliter op de centrum-rechtse CSU/CDU van Angela Merkel stemden, stapten over naar andere partijen nadat zij doelbewust en herhaald geconfronteerd werden met nepnieuws en disinformatie. Belangrijk: deze kiezers gaven aan dat, ja, het nieuws dat zij tot zich namen hun keuze motiveerde.

Merkel’s Echo
In de Duitse verkiezingscampagne van 2017 dreunde de echo van de vluchtelingencrisis van 2015 en Angela Merkel’s beroemde (of beruchte, zo u wilt) “wir Schaffen das” nog na. Een deel van de gevolgde CDU-kiezers bleek bestaande vooroordelen te hebben over immigranten. De radicaal-rechtse AfD, dat een hard anti-immigratiebeleid nastreeft, zat in hun keuzeset.

Na doelbewuste, regelmatige confrontatie met nepnieuws en leugens over het CDU, Angela Merkel en het immigratiebeleid, lieten deze naar rechts neigende CDU-stemmers de partij vallen en stapten over naar de AfD. Een kleiner deel van de groep keerde zich ook af van het CDU, maar ging juist naar de centrumlinkse SPD.

De conclusie: ja, nepnieuws en disinformatie beïnvloedden inderdaad de keuze voor het CDU, mits aan bepaalde voorwaarden voldaan was. (Onderaan dit blog wordt wat dieper ingegaan op de onderzoeksmethodiek – misschien wat nerdy, maar het is heel belangrijk om het onderzoek te kunnen wegen.)

Voorwaarde 1: weinig vertrouwen in de politiek
Het blijkt dat kiezers in de controlegroep die zich lieten leiden door nepnieuws en disinformatie al een laag vertrouwen hadden in de Duitse politiek. Zij bleken ontvankelijker voor berichten van alternatieve nieuwsbronnen dan de bestaande, zogenaamde ‘mainstream media’.

Voorwaarde 2: weinig vertrouwen in ‘mainstream media’
Een laag vertrouwen in de brede, bestaande mediakanalen – kranten, TV-zenders – bleek ook een belangrijke factor te zijn in de hoofden van de mensen die zich lieten leiden door nepnieuws en disinformatie. Nieuws en informatie verspreid via social media en zogenaamd ‘alternatieve’ nieuwsbronnen blijkt door deze groep wantrouwige kiezers van zwaarder wegend belang gevonden te worden.

Gevolgen voor partijen en media

De consequenties van het onderzoek mogen niet onderschat worden. Al sinds de eerste grottekeningen is de aanname altijd geweest dat informatie mensen beïnvloedt. Die aanname leeft zo sterk dat het een open deur is. Maar ja, dat bewijs… Dit onderzoek bewijst dat het – mits voldaan wordt aan de voorwaarden – van invloed is op bepaalde groepen kiezers.

Nazi-Reichspropagandaminister Josef Göbbels zei het al: “als je de grote leugen maar vaak genoeg herhaalt, geloven mensen hem” – mits je die leugen in stand kunt houden, voegde hij daaraan toe, want “de waarheid is de grote vijand van de leugen”.

Nog steeds leiden beschuldigingen van hekserij of ketterij in Whatsapp-groepen in bijvoorbeeld India tot moordpartijen. In de VS zijn er nogal wat mensen die geloven dat de slachting op de basisschool in Sandy Hook door een gek met een machinegeweer een complot was van linkse anti-wapenlobbyisten. Sterker, er zijn mensen die de ziekelijke, opzettelijk verspreide leugen geloven dat die moordpartij nooit heeft plaatsgevonden en dat de dode kinderen eigenijk acteurs waren die nu allemaal ergens anders leven.

Laat het een waarschuwing zijn
Het grote gevaar is dat bepaalde politici en partijen uitkomsten als van dit onderzoek niet zien als een waarschuwing, maar als een handleiding.

In Oostenrijk, bijvoorbeeld, richtte de radicaal-rechtse FPÖ een eigen media-ecosysteem op, variërend van honderden twitteraccounts tot tientallen drukbezochte Facebook-groepen, een tiental ‘onafhankelijke’ nieuwssites, een krant en zelfs ‘onafhankelijke’ Youtube- en podcastzenders. Dit deed de FPÖ-leiding toen men in de gaten kreeg dat hun boodschap weinig gehoor kreeg in de bestaande media.Voor miljoenen Oostenrijkers werden FPÖ-media hun enige mediadieet.

Voor politieke partijen en (bestaande) nieuwsmedia is de opdracht duidelijk. De twee eerder genoemde voorwaarden zijn leidend: vertrouwen in de politiek en vertrouwen in de media moeten allebei laag zijn voor mensen om sneller hun heil te zoeken in nepnieuws en disinformatie. Dus: politieke partijen zullen manieren moeten vinden het vertrouwen dat zij genieten onder kiezers op te vijzelen. Ook media moeten werken aan het vertrouwen onder mensen.

Dat ontslaat leidende figuren in met name de politiek er niet van (hard) stelling te nemen wanneer andere leidende figuren media weg zetten als #fakenews. Immers, bepaalde politici hebben er blijkens dit onderzoek alle belang bij het vertrouwen in de bestaande politiek en de media te ondergraven om de benodigde voorwaarden te scheppen.

Wat onderzocht men precies, en hoe?
Onderzoekers voerden zogenaamd ‘longitudinaal’ onderzoek uit onder kiezers, wat betekent dat een groep mensen langdurig en intensief gevolgd werd. De onderzoekers verzamelden nepnieuws-verhalen die door meerdere fact checking-websites als zodanig waren bestempeld, en confronteerden daarmee herhaald dezelfde kiezersdoelgroep die zij hadden geïdentificeerd en die meewerkten aan dat herhaalde (longitudinale) onderzoek. Een controlegroep kreeg juist alleen ‘placebo-berichten’ voorgeschoteld.

De politieke voorkeuren en kiesgeschiedenis van de onderzochte groep mensen werden in kaart gebracht, evenals hun leeftijd, geslacht en of ze andere partijen dan het CDU in hun keuzeset hadden. Ook werd genoteerd in hoeverre de onderzoekspopulatie zichzelf indeelde op een schaal van links tot rechts en hun mediaconsumptie geregistreerd.

Het is voor de weging van de onderzoeksresultaten heel belangrijk om te weten dat de onderzoekers zo te werk zijn gegaan. Je moet een geïdentificeerde groep volledig kunnen doorlichten, je moet een controlegroep hebben (‘placebo’) en je moet heel goed weten waar je de onderzoekspopulatie mee confronteert. Alleen wanneer je een goed gecontroleerde groep langdurig kunt volgen en veranderingen in gedrag en motief puntsgewijs kunt vastleggen na elke interventie, kun je met enige zekerheid conclusies trekken over gedrag en motieven. Aan deze voorwaarden lijken de onderzoekers te hebben voldaan.

Let op: de onderzoeksresultaten zijn in tijd beperkt beschikbaar. Download het dus snel hier.