Alles is politiek. Zo ook de uitkomst van de revolutie in Egypte, die op vele fronten politieke repercussies heeft, maar die vooral voor de positie van Israël en de Palestijnen van belang zal blijken te zijn. Want waar Israël in de publieke opinie zichzelf met enig succes kon neerzetten als ‘de enige democratie’ in het Midden-Oosten, moet het straks waarschijnlijk rekening houden met een nieuw, democratisch en assertief Egypte dat machtig genoeg is om concessies af te dwingen jegens de Palestijnen. Maar in plaats van daarvoor te vrezen, zou Israël dit gegeven moeten omarmen.
Het tekenen van de vredesakkoorden tussen Israël en Egypte betekende meer dan alleen het zwijgen van de kanonnen. Het betekende ook dat Hosni Mubarak’s Egypte definitief zijn positie als regionale supermacht aan de kapstok hing en aan ging liggen bij de andere Arabische machten die zich laafden aan de Amerikaanse tiet.
Want dat was de trade off: als je vrede sloot met Israël, kwam Amerika je cadeautjes brengen. Het door en door corrupte Egyptische regime greep die kans en Egypte dommelde in slaap, zoals je dat wel eens doet na een copieuze maaltijd. En die copieuze maaltijd werd steeds weer opgediend vanuit Washington in de vorm van miljarden dollars die naar het land vloeiden.
Maar Egypte is ruw wakker geworden. De komende maanden staart het land nog naar de navel, maar als het democratische proces lukt en er over een jaar een nieuwe president zit die een breed mandaat van het volk heeft, staat er ten zuiden van Israël weer die oude hegemon van de Maghreb op die de mond gaat roeren.
Nu al maakt Israël amok omdat de huidige Egyptische machthebbers toestaan dat Iraanse marineschepen door het Suezkanaal varen. De machteloze boosheid van Israël jegens Egypte maakt duidelijk dat Egypte niet meer aan de leiband van Washington (en indirect Jeruzalem) loopt.
Is het erg dat Egypte zich weer gaat roeren en onafhankelijk strategische beslissingen neemt, zoals in het geval van de Iraanse marineschepen en het Suezkanaal? Nee. Sterker nog, een Egypte dat druk uitoefent kan Israël, de Palestijnen en het ‘vredesproces’ (voor wat die term nog waard is) juist helpen.
Al meer dan 30 jaar proberen Amerikaanse presidenten de Israeliërs en de Palestijnen zonder succes tot een vredesregeling te bewegen. Al die tijd waren dezelfde presidenten echter gebonden aan hun alliantie met Israël, dat zich – als het puntje bij het paaltje kwam - niets aantrok van wat een Amerikaanse regering wilde of eiste. Op het laatste moment, wanneer onderhandelingen in een beslissende fase waren gekomen, durfden of konden de Amerikanen niet doordrukken, of onttrok Israël zich aan die druk, in de veilige wetenschap dat er toch geen heftige repercussies zouden komen.
En als ze er al kwamen, och, dan werd een transportschip met reserve-onderdelen voor straaljagers een maandje langer in de Amerikaanse haven gehouden. Daar kwam Israël wel overheen.
Palestijnse onderhandelaars, meestal ook de politieke leiders, konden na het mislukken van de onderhandelingen in de Palestijnse gebieden altijd worden gevierd als moedige leeuwen die zich in de beeldvorming kranig hadden geweerd tegen de Israëlische agressors en hun Amerikaanse vrienden.
Van de andere spelers in het Midden-Oosten hoefde Israël zich weinig aan te trekken. Iran, Irak en Syrië konden altijd – en met recht – worden weggezet als dictaturen die sowieso de vernietiging van Israël wilden. Jordanië kon sinds 1967 geen deuk in een pakje boter meer slaan en bovendien tekenden Israël en Jordanië in 1994 ook de vrede. Turkije was meer een bondgenoot van Israël.
Strategische leegte
Wat dus miste was een actor die de boel echt onder druk kon zetten. Die actor had Egypte kunnen zijn. In plaats daarvan ontwikkelde Egypte onder Mubarak een schizofreen beleid ten aanzien van de Palestijnse kwestie en Israël. Het had Gaza aan de grens liggen en zei de Palestijnse ‘broeders’ te steunen. Maar in de praktijk kwam het erop neer dat Egypte zich simpelweg niet te veel bemoeide met wat er in Gaza gebeurde. Tegelijkertijd stond het oogluikend toe dat er vanaf Egyptisch grondgebied tunnels naar Gaza werden gegraven waarmee Palestijnen en diverse groeperingen voorraden onder de zwaarbewaakte grens door het Palestijnse gebied in brachten.
Aan die schizofrenie kan Egypte nu een einde maken. Het land kan zich, dankzij het zo belangrijke Suezkanaal, tegenover de VS assertiever opstellen als het dat wil en verlangen dat Washington Jeruzalem meer onder druk zet.
Dat zal de Israëlische regering ertoe drijven zich onafhankelijker op te stellen, want uiteindelijk is de stelregel dat waar het om de veiligheid van het land gaat, Israël zich van niemand afhankelijk laat maken. De vraag is of het land zich zo’n instelling nog kan veroorloven. De economie is voor een groot deel nog steeds afhankelijk van Amerikaans geld. En Egypte heeft nu de mogelijkheid om Washington onder druk te zetten, niet andersom. Want mochten de Amerikanen gaan steigeren, dan is een afspraak met de Chinese ambassadeur zo geregeld in het presidentiële paleis in Caïro.
Altijd weer het Suezkanaal
Vergelijk het belang van het Suezkanaal met dat van de nauwe Straat van Hormuz, tussen Oman en Iran in. De grootste angst van economen, olie-experts en van olie-import afhankelijke regeringen is dat Iran, als het tot een oorlog komt met dat land, de Straat van Hormuz met mijnen en Chinese anti-scheepsraketten onbevaarbaar maakt voor olietankers. Een oorlog met Iran zou zo direct tot een oliecrisis van ongekende proporties kunnen leiden. (Vandaar ook dat er hard gewerkt wordt aan oliepijpleidingen die vanuit zuidoost-Irak en de Koerdische gebieden via Turkije de olie naar veilige Turkse overslaghavens brengt.)
Voor de wereldeconomie is het Suezkanaal van eenzelfde belang. Vierentwintig uur per dag glijden containerschepen door het kanaal en brengen goedkope, in Azië geproduceerde goederen naar de belangrijke Europese afzetmarkten. Egypte kan dus niet alleen Europa maar zelfs China en India onder druk zetten; het via de zuidpunt van Afrika laten omvaren van containerschepen drijft de transportkosten per eenheid product immers enorm op.
Een assertiever Egypte leidt in het Midden-Oosten tot een gelijker strategisch speelveld. Het is niet onredelijk te veronderstellen dat Egypte zich mettertijd ontpopt tot een nieuwe spreekbuis van gedeelde Arabische belangen en verlangens. Zolang Egypte zich dus redelijk opstelt en het bestaan van Israël accepteert, is er meer kans op een redelijke vredesregeling met de Palestijnen, waarbij de Israëlische regering misschien wel meer veren zal moeten laten dan tot dusver misschien het geval was. Maar in een vredesproces, dat altijd een proces van geven en nemen is, is dat misschien niet eens een slecht idee.
Communicatiestrateeg en schrijver van het boek ‘Megafoonpolitiek‘. Op Twitter te vinden als @kajleers. Politiek bewust, voormalig financieel-economisch journalist, muziekmaker, professionele kletskous, schrijver. Geeft ook social media-trainingen, denkt graag met je mee over communicatiestrategie. En ja, content is en blijft King.